"De carrousel van Koek"

In 1926 kocht Th. Koek een eenvoudige doch stijlvolle toen 17 jaar oude carrousel. De molen was door de welbekende Duitse bouwer Friedrich Heyn “herrgestellt”.  In die tijd draaide men overdag voor de kinderen en families met hangpaarden en in de avond voor de tieners met opgooi bakken zo hard als t kon!

De molen kende vele gedaantes, als fietsen populair was dan stonden er fietsen op, als er mooi houtsnijwerk vrij kwam van grote molens die geen werk meer hadden dan werd dat geïncorporeerd.

Uiteindelijk heeft dat geleid tot een traditionele kwart springpaarden opzet  met gondels, olifant en grote schommelers.  In de drukke jaren reisde men een aanzienlijke hoeveelheid kermissen af waardoor de spullen voortdurend veel te lijden hadden. Daar kwam in 1972 een eind aan toen de gemeente Den Haag ons vroeg om plek te nemen op de boulevard van Scheveningen.

Een heel ander leven.  Aan de ene kant niet meer reizen, aan de andere kant enorm veel reizigers op de molen. Een draaimolen ogenschijnlijk eenvoudig maar al ruim 90 jaar trots bezit van de familie Koek. 

De laatste echte volledig houten Sprinpaardencarrousel van Nederland! Een grote houten, ademende en zwierende machine.

De molen draait

De tijd staat even stil

Van alles komt en gaat voorbij

De molen blijft!

 

Wat is er nu zo bijzonder als je de molen nu bezoekt?

Eigenlijk niets of toch wel?

“De molen van Koek” met haar statige paarden aan het plein,   met enig ontzag kijken de kinderen onhoog naar het gewenste paard. Iets te hoog een beetje spannend. De ouders kijken bezorgd of met vermaak, de grootouders met weemoed en in stilte. Er klinkt nostalgische dansorgel muziek, swing of op zondag klassiek.

Een echt orgel bleek niet houdbaar aan de kust die moesten we helaas in het pakhuis houden, maar we proberen nog steeds een “goede rit “ te geven. We draaien nog met een “waterweerstandbak” en eenoersterke sleepringmotor, waardoor de molen danst en iedere rit weer naar gelang op dreef kan. Soms wat dromeriger met wat zeepbellen vangen, dan weer wat zwierender met een water pistoolgevecht. Er wordt veel gelachen, trotse gezichten als de angst overwonnen is.

De tijden veranderen maar ook eigenlijk niet. Ik draai wel eens een ronde met Arabieren in vol ornaat! die gillen dan net zo als die Hollanders hoor. Ik weet er zijn 2 soorten mensen, mensen die meedraaien en mensen die blijven staan. ‘En van die eerste soort weet ik alles’.

G Minne